Borselen, Jan Willem van

Jan Willem van Borselen (voorkeurnaam: Jan Willem van Borselen; naamvariant: Jan Willem van Borsden; monogrammeerde met de ligatuur JB) werd op 20 september 1825 in Gouda geboren en overleed op 24 september 1892 in Den Haag. Hij was de zoon van Pieter van Borselen (1802-1873).

Van Borselen was leerling bij zowel zijn eigen vader Pieter van Borselen als bij Andreas Schelfhout. Daarnaast werkte hij als kunstenaar veel samen met Jan Bedijs Tom. Van Borselen was later weer leraar van Louise Marie Françoise van der Beek, Théophile de Bock en Timotheus Wilhelmus Ouwerkerk.

Van Borselen was als kunstenaar vooral actief in de regio’s Gouda en Den Haag.

Als veelzijdig kunstenaar (aquarellist, graficus, schilder, etser, lithograaf en tekenaar) stortte hij zich vooral op (bos-, rivier- en winter-)landschapen en stadsgezichten.

In 1861 ontving hij op de Wereldtentoonstelling in Wenen een gouden madaille.

Jan Willem van Borselen was lid van de Hollandsche Teekenmaatschappij in Den Haag, van Pulchri Studio eveneens in Den Haag (was er ook bestuurslid van), van de Société Royale Belge des Aquarellistes en van het Koninklijk Genootschap van Nederlandsche Aquarellisten.

Vermeld in Vosmaer, Marius, Knoef, Scheen, Witt Checklist, Hefting, Willems e.a., Stolwijk, Woldring / Laanstra, De Liefde-van Brakel, Kapelle / De Bodt, Den Hartog / Gerards.