Een stichtelijk verhaal voor een stichtelijk jong lezersvolkje. Het verhaal eindigt als volgt:
Joop leerde in zijn verdere leven den Heere kennen, onze Heiland, die gezegd heeft: “Leert van mij, van mij alleen, dat ik zachtmoedig ben en nederig van hart“.
Dit gerecipieerde slot op de laatste bladzijde van het verhaal is de boodschap van het boekje in een notendop. Beter kan het niet verwoord worden, enhet is tekenend voor de tijd waarin het werd uitgegeven. Overigens is de reproductie (feitelijk de vervanger voor het frontispice) op het kaft niet van G.J. van Overbeek maar van I. Russell Conway (1920).