In plaats van het beschrijven van de inhoud van deze omvangrijke ‘studie’ door Aad Nuis van het werk van Peter Vos kozen we voor het integraal overnemen van zijn inleiding en laten de bijna 80 bijgevoegde foto’s voor zichzelf spreken.
Ten geleide
VIJF EN TWINTIG JAAR GELEDEN werd mij gevraagd om een artikel te schrijven over het werk van Peter Vos. Dat was voor het tijdschrift Delta, een Engelstalig blad over het kunstleven in Nederland. Pas toen de onderneming mislukte, realiseerde ik me hoe onmogelijk de opdracht was. Bij wijze van verontschuldiging leverde ik bij de redactie een open brief in, gericht aan Peter Vos. Ik legde hem daarin uit dat ik geen wetenschappelijk betoog kon schrijven over zijn werk. Maar dat ik slechts zeer persoonlijk kon reageren in een open brief, waarin ik hem vertelde hoezeer ik door zijn tekeningen werd geraakt.
Ik schreef dat je centrale thema’s uit het werk van Peter Vos kunt onderscheiden, maar dat je het werk daarmee tot abstracties reduceert. Kunst ontroert ons niet vanwege de universele menselijke thema’s waarin ze is geworteld, maar door de indirecte en persoonlijke wijze waarop deze thema’s worden gesuggereerd. En daar was ik over gestruikeld bij Peter Vos: niet de manier waarop hij tekent, maar wat zijn tekeningen laten zien vormt het mysterie. De tekeningen zijn nauwkeurig naar de werkelijkheid getekend, maar blijven toch altijd de eigen persoonlijke schepping van Peter Vos. En wat hij ook laat zien, hij laat het volledig aan de toeschouwer over om het essentiele erin te ontdekken. Dat, meende ik, verklaarde waarom zijn werk zo moeilijk is te duiden.
Dat het na zoveel jaren toch gelukt is wetenschappelijk en tegelijkertijd ook zo bevlogen over het werk van Peter Vos te schrijven, stemt mij gelukkig. Misschien moesten we wel zo lang wachten, omdat alleen een terugblik op het omvangrijke oeuvre van Peter Vos voldoende afstand schept om het uit te leggen. De auteurs van dit boek zijn hierin schitterend geslaagd.
AAD NUIS
Uitgever: Uitgeverij L.J. Veen, Peter Vos en de auteurs.
Teksten: Aad Nuijs (ten geleide), Alain Teister (gedichten), Wim Jens (gedichten), Ben van der Velden (Peter Vos, het leven van een tekenaar), Judith Herzberg (gedichten), Fritzi ten Harmsen van der Beek (gedichten), E. de Jongh (Peter Vos, getekende metaforen en pastiches), Jan Eijkelboom (gedichten), Rinus Ferdinandusse (Peter Vos), Ed Leeflang (gedichten).
Zeer gaaf exemplaar (incl. stofomslag).