James Ensor werd op 13 april 1860 in Oostende geboren en woonde en werkte tot aan zijn dood op 19 november 1949 in het thans zogenaamde ‘James Ensorhuis’ te Oostende, het huis dat hij in 1917 erfde van zijn oom die er samen met zijn vrouw een schelpen- en souvenirwinkel openhield.

Hij was actief als schilder, tekenaar, etser. Ook manifesteerde Ensor zich als kunstcriticus, auteur, musicus en zelfs componist.

Opleiding aan de Academie te Brussel o.l.v. J. Stallaert en J. Van Severdonck (1877-1880). Leerling van André Dubar en Michel Thomas Antine Van Cuyck. Kreeg ook de nodige goede raad van J. Portaels. Maar Ensor was toch de facto een echte autodidact die zijn eigen weg ging. James Ensor was het lang niet eens met de wijze van lesgeven op de academie. Zijn kanttekeningen legde hij vast in ‘zijn ‘mopperwerkje’ Drie weken op de academie. William Turner de beroemde Engelse kunstenaar was zijn belangrijkste voorbeeld voor het werken met lichteffecten die dan ook in diverse van zijn werken zijn verwerkt. Denk maar aan zijn doek: De intrede van Christus in Brussel.

Ensor was weer de leermeester van Gerrit Marré en oefende daarnaast een stevige invloed uit op Suzanne van Damme, Paul Eliasberg, Jacobo Borges en Rik Wouters.

Ensor werkte vooral in Oostende en ook wel in Brussel.

Hij was een schilder en etser van landschappen, marines, interieurs, stillevens, figuren, portretten, satirische en humoristische onderwerpen.

Zijn eerste werken, die somber en intimistisch aandeden, werden goed onthaald. Later was dit niet meer het geval wanneer hij het ongewone met sterke kleurencontrasten uitbeeldde.

Gedurende ongeveer twintig jaar werd hij dan «peintre maudit». Hij schilderde, met elan en in een zeer persoonlijke stijl, allegorieën en satires waarin vanaf 1883 maskers samengaan met groteske personages en skeletten. Maar hij hield ook van genretaferelen en stillevens die hij in transparante, lichtende en verfijnde kleuren behandelde.

Medestichter van «Les XX» in 1883.

Maakte zijn eerste etsen in 1886; het zouden er uiteindelijk 133 worden. Wordt beschouwd als de gangmaker van de meeste hedendaagse kunstuitingen. Zijn fantastische composities kondigden reeds het surrealisme aan.

Wie dus aan James Ensor denkt, ziet groteske, fantasievolle schilderijen voor zich met kleurrijke voorstellingen van poppen, maskers en schedels. Het zijn herkenbare werken met een unieke beeldtaal die een belangrijke plaats innemen binnen de canon van de moderne kunst. De maskerschilderijen vormen dan ook de opvallendste bijdrage van James Ensor aan het ontstaan van de moderne kunst van de twintigste eeuw.

Ensor maakte de schilderijen lang voordat kunstenaars als Pablo Picasso en Henri Matisse zich lieten inspireren door primitieve maskers. Ook voor de Duitse expressionisten was Ensor een bron van inspiratie. Kunstenaars als Emil Nolde en Wassily Kandinsky hadden grote bewondering voor hem en begrepen dat ‘le peintre des masques’ op radicale wijze brak met de klassieke West-Europese artistieke waarden en tradities. Maar het waren niet de groteske schilderijen waar Ensor aanvankelijk beroemd mee werd. Hoewel het grote publiek minder bekend is met het realisme van Ensor waren het juist deze schilderijen waarmee de kunstenaar rond 1885 furore maakte. De Belgische kunstschilder James Ensor ontwikkelde zich gaandeweg van realist tot een eigenzinnig expressionist, kleurrijk in zijn werk en zijn uitspraken.

Ensor wordt tot de symbolisten gerekend. Daarnaast was hij onder andere lid van L’Essor, Les Vingt, Vie et Lumière.

Vermeld in Bautier, Vollmer, Bénézit, Eemans, Witt Checklist, Berko, Schoonbaert / Cardyn – Oomen, Flippo, Saur, Jacobs, Van den Bossche.

Enig resultaat

Filter»

Ensor, James

James Ensor werd op 13 april 1860 in Oostende geboren en woonde en werkte tot aan zijn dood op 19 november 1949 in het thans zogenaamde ‘James Ensorhuis’ te Oostende, het huis dat hij in 1917 erfde van zijn oom die er samen met zijn vrouw een schelpen- en souvenirwinkel openhield.

Hij was actief als schilder, tekenaar, etser. Ook manifesteerde Ensor zich als kunstcriticus, auteur, musicus en zelfs componist.

Opleiding aan de Academie te Brussel o.l.v. J. Stallaert en J. Van Severdonck (1877-1880). Leerling van André Dubar en Michel Thomas Antine Van Cuyck. Kreeg ook de nodige goede raad van J. Portaels. Maar Ensor was toch de facto een echte autodidact die zijn eigen weg ging. James Ensor was het lang niet eens met de wijze van lesgeven op de academie. Zijn kanttekeningen legde hij vast in ‘zijn ‘mopperwerkje’ Drie weken op de academie. William Turner de beroemde Engelse kunstenaar was zijn belangrijkste voorbeeld voor het werken met lichteffecten die dan ook in diverse van zijn werken zijn verwerkt. Denk maar aan zijn doek: De intrede van Christus in Brussel.

Ensor was weer de leermeester van Gerrit Marré en oefende daarnaast een stevige invloed uit op Suzanne van Damme, Paul Eliasberg, Jacobo Borges en Rik Wouters.

Ensor werkte vooral in Oostende en ook wel in Brussel.

Hij was een schilder en etser van landschappen, marines, interieurs, stillevens, figuren, portretten, satirische en humoristische onderwerpen.

Zijn eerste werken, die somber en intimistisch aandeden, werden goed onthaald. Later was dit niet meer het geval wanneer hij het ongewone met sterke kleurencontrasten uitbeeldde.

Gedurende ongeveer twintig jaar werd hij dan «peintre maudit». Hij schilderde, met elan en in een zeer persoonlijke stijl, allegorieën en satires waarin vanaf 1883 maskers samengaan met groteske personages en skeletten. Maar hij hield ook van genretaferelen en stillevens die hij in transparante, lichtende en verfijnde kleuren behandelde.

Medestichter van «Les XX» in 1883.

Maakte zijn eerste etsen in 1886; het zouden er uiteindelijk 133 worden. Wordt beschouwd als de gangmaker van de meeste hedendaagse kunstuitingen. Zijn fantastische composities kondigden reeds het surrealisme aan.

Wie dus aan James Ensor denkt, ziet groteske, fantasievolle schilderijen voor zich met kleurrijke voorstellingen van poppen, maskers en schedels. Het zijn herkenbare werken met een unieke beeldtaal die een belangrijke plaats innemen binnen de canon van de moderne kunst. De maskerschilderijen vormen dan ook de opvallendste bijdrage van James Ensor aan het ontstaan van de moderne kunst van de twintigste eeuw.

Ensor maakte de schilderijen lang voordat kunstenaars als Pablo Picasso en Henri Matisse zich lieten inspireren door primitieve maskers. Ook voor de Duitse expressionisten was Ensor een bron van inspiratie. Kunstenaars als Emil Nolde en Wassily Kandinsky hadden grote bewondering voor hem en begrepen dat ‘le peintre des masques’ op radicale wijze brak met de klassieke West-Europese artistieke waarden en tradities. Maar het waren niet de groteske schilderijen waar Ensor aanvankelijk beroemd mee werd. Hoewel het grote publiek minder bekend is met het realisme van Ensor waren het juist deze schilderijen waarmee de kunstenaar rond 1885 furore maakte. De Belgische kunstschilder James Ensor ontwikkelde zich gaandeweg van realist tot een eigenzinnig expressionist, kleurrijk in zijn werk en zijn uitspraken.

Ensor wordt tot de symbolisten gerekend. Daarnaast was hij onder andere lid van L’Essor, Les Vingt, Vie et Lumière.

Vermeld in Bautier, Vollmer, Bénézit, Eemans, Witt Checklist, Berko, Schoonbaert / Cardyn – Oomen, Flippo, Saur, Jacobs, Van den Bossche.