De aan dit werk gebonden legende: De titel van de Koningin wordt als volgt verklaard: Op een dag bevond Karel de Grote zich in de vallei van Thuir, klaar om de islamitische indringers van Zuid-Europa te bevechten. Zijn troepen, uitgeput door hitte en dorst, stonden echter op het punt zich over te geven aan de vijand. Daarom plaatste de keizer de Zwarte Madonna (uit de plaatselijke kerk) te midden van zijn leger, riep haar hulp in en stak zijn zwaard in het zand van een droge rivierbedding. Onmiddellijk ontsprong een bron met overvloedig water en gaf de christelijke soldaten nieuwe kracht. Nadat ze wonderbaarlijke hulp van de hemel hadden ontvangen, hadden ze geen moeite om de vijand te verslaan.
Nadat hij met de hulp van de Koningin van de Hemel de overwinning had behaald, besloot de keizer op de plek van het wonder een klooster te stichten. Dit klooster werd bekend als het Klooster van het Kamp.