Rees, Otto van

Otto van Rees werd op 20 april 1884 in Freiburg im Breisgau (Baden-Württemberg) geboren en overleed op 19 mei 1957 in Utrecht. Hij was gehuwd met de schilderes Adriana Catharina Dutilh.

Hij volgde een opleiding aan de Académie Humbert in Parijs en kreeg daarnaast les van Herman Heijenbrock en Jan Toorop.

Van Rees werkte zowel in Nederland (Laren, Domburg, Blaricum, Deurne en Utrecht) als in Frankrijk (Parijs en Barbizon) als in Zwitserland (Ascona en Zürich).

Zelf was hij weer de leraar van Helena de Baat, Toon van Ham, Anne Marie van der Meer de Walcheren, Henri Schifferstein en Alphons Winters.

Bovendien had hij een stevige invloed op Pierre de Grauw.

Naast beeldhouwer was Van Rees ook, collagist, etser, glasschilder, graficus, illustrator, lithograaf, schilder, tekenaar en wandschilder en werkte zowel met houtskool, keramiek materiaal, glas-in-lood en olieverf.

Ook zijn onderwerpen waren zeer divers: van bloemstillevens, boeren, figuurvoorstellingen, interieurs, landschappen, non-figuratief werk, portretten, religieuze voorstellingen, stillevens tot stadsgezichten.

Hij was lid van de Vereniging van Beoefenaren van Monumentale Kunsten (VBMK) en het Genootschap Kunstliefde te Utrecht (Utrecht).

Vermeld in Terpstra, Scheen, Saur, Jacobs.