Jozef Israëls (naamvariant: Josef Israëls; speudoniem: J. Maalman) werd op 27 januari 1824 in Groningen geboren en overleed op 12 augustus 1911 in Den Haag.

Jozef Israëls wordt tot de Haagse School gerekend.

Hij volgde opleidingen aan de Academie Minerva in Groningen, aan de Koninklijke Academie voor Beelden Kunsten en aan de Rijksacademie van Beelden de Kunsten beide in Amsterdam en aan de École des Beaux-Arts in Parijs. Op 11-jarige leeftijd volgde hij al zijn eerste tekenlessen bij J. Bruggink aan de Academie Minerva. Hij kreeg daarnaast in het bijzonder les van Cornelis Bernardus Buijs, Paul Delaroche, Jan Adam Kruseman, François Eduard Picot, Jan Willem Pieneman, James Pradier, Louis Royer, Horace Vernet en van Johan Joeke Gabriël van Wicheren. Bovendien werd hij stevig beïnvloed door Ary Scheffer, Peter Behrens, Walter Firle en William Marshall Brown.

Als kunstenaar leidde hij een rusteloos bestaan wat hem onder andere in Nederland naar Groningen, Oosterbeek, Zandvoort, Katwijk, Bloemendaal en Den Haag voerde maar ook naar Frankrijk (Parijs en Barbizon), Duitsland (Düsseldorf, Berlijn en München), Engeland (Londen), Italië, Spanje, Marokko (Tanger) en Zwitserland.

Zijn productie als kunstenaar was technisch niet alleen zeer divers (schilder, tekenaar, aquarellist, pastellist, graficus, etser, lithograaf, illustrator, kopiïst maar ook  auteur en dichter) maar bestreek ook een schier eindeloos aantal onderwerpen (naast boekillustraties genre landschappen, stads-,. zee- en strandgezichten, vissers, figuurvoorstellingen en -studies, vrouwenfiguren, portretten, historie, geschiedenis, (Joodse) religie en dieren.

Jozef was lid van Arti et Amicitiae (in 1904 zelfs erevoorzitter) en van de Koninklijke Academie beide in Amsterdam, Pulchri Studio (vanaf 1875 voorzitter, 1894 erelid) en van de Hollandsche Teekenmaatschappij beide in Den Haag (oprichter in 1876, voorzitter vanaf 1885) en van de Royal Academy of Arts in Londen.

Zelf was hij leraar van onder andere David Adolph Constant Artz, Bernardus Johannes Blommers, Hein Burgers, Nicolaas Jan Adriaan Pieter Helenus van Es, Jacoba de Graaff, Johannes Helder, Vilmos Huszár, Isaac Israels en Pieter Engelberus Adrianus Mansvelt Beck.

Vermeld in Thieme / Becker, Scheen, Saur, Jacobs, Barrett, Heijbroek / Voeten.

Toont alle 4 resultaten

Filter»

Israëls, Jozef

Jozef Israëls (naamvariant: Josef Israëls; speudoniem: J. Maalman) werd op 27 januari 1824 in Groningen geboren en overleed op 12 augustus 1911 in Den Haag.

Jozef Israëls wordt tot de Haagse School gerekend.

Hij volgde opleidingen aan de Academie Minerva in Groningen, aan de Koninklijke Academie voor Beelden Kunsten en aan de Rijksacademie van Beelden de Kunsten beide in Amsterdam en aan de École des Beaux-Arts in Parijs. Op 11-jarige leeftijd volgde hij al zijn eerste tekenlessen bij J. Bruggink aan de Academie Minerva. Hij kreeg daarnaast in het bijzonder les van Cornelis Bernardus Buijs, Paul Delaroche, Jan Adam Kruseman, François Eduard Picot, Jan Willem Pieneman, James Pradier, Louis Royer, Horace Vernet en van Johan Joeke Gabriël van Wicheren. Bovendien werd hij stevig beïnvloed door Ary Scheffer, Peter Behrens, Walter Firle en William Marshall Brown.

Als kunstenaar leidde hij een rusteloos bestaan wat hem onder andere in Nederland naar Groningen, Oosterbeek, Zandvoort, Katwijk, Bloemendaal en Den Haag voerde maar ook naar Frankrijk (Parijs en Barbizon), Duitsland (Düsseldorf, Berlijn en München), Engeland (Londen), Italië, Spanje, Marokko (Tanger) en Zwitserland.

Zijn productie als kunstenaar was technisch niet alleen zeer divers (schilder, tekenaar, aquarellist, pastellist, graficus, etser, lithograaf, illustrator, kopiïst maar ook  auteur en dichter) maar bestreek ook een schier eindeloos aantal onderwerpen (naast boekillustraties genre landschappen, stads-,. zee- en strandgezichten, vissers, figuurvoorstellingen en -studies, vrouwenfiguren, portretten, historie, geschiedenis, (Joodse) religie en dieren.

Jozef was lid van Arti et Amicitiae (in 1904 zelfs erevoorzitter) en van de Koninklijke Academie beide in Amsterdam, Pulchri Studio (vanaf 1875 voorzitter, 1894 erelid) en van de Hollandsche Teekenmaatschappij beide in Den Haag (oprichter in 1876, voorzitter vanaf 1885) en van de Royal Academy of Arts in Londen.

Zelf was hij leraar van onder andere David Adolph Constant Artz, Bernardus Johannes Blommers, Hein Burgers, Nicolaas Jan Adriaan Pieter Helenus van Es, Jacoba de Graaff, Johannes Helder, Vilmos Huszár, Isaac Israels en Pieter Engelberus Adrianus Mansvelt Beck.

Vermeld in Thieme / Becker, Scheen, Saur, Jacobs, Barrett, Heijbroek / Voeten.